Katastroof, vier loempe lelijke venten Katastroof, die stoeffers uit de stad Katastroof, ne groep zonder talenten Katastroof, 't orkestje van m'n gat
vuile praat en veel aftandse moppen plagiaat en nergens ni gewild flauwe kul en vier verwijfde koppen onbenul en over 't peerd getild
irritant, geen van de vier kan spelen degoutant, van 't allerlaagste soort arrogant, d't valt geen show te stelen dissonant, vals is een beter woord
schaamteloos, hun show is gene vette smakeloos lijk overjaarse wijn bandeloos, een stelleke piepzjanetten hopeloos, dertien in een dozijn
vuilnishoop, d't valt hier niks te pruimen goeiekoop, Antwaarpsen brol oep house archi-slecht met andermans zijn pluimen heel terecht krijgen ze nooit applaus